In de week voor kerst viel mijn oog op een artikel in Cobouw: “Eén op tien bouwplannen vertraagd door gebrek aan ambtenaren”. Het is inderdaad een herkenbaar geluid, ook in de vastgoedprojecten waar ik zelf aan werk. Vertragingen zijn aan de orde van de dag en een gebrek aan ambtelijke capaciteit wordt daarvoor regelmatig als belangrijke reden aangevoerd. Moeten er dus op korte termijn duizenden (bouw)ambtenaren bij in Nederland? Nee, dat is veel te kort door de bocht. In bepaalde specifieke situaties is zeker behoefte aan extra mensen (capaciteit). Maar juist met een aantal veranderingen binnen de gemeentelijke organisatie valt mijns inziens veel meer resultaat te bereiken. Hierdoor kunnen niet alleen vertragingen voorkomen worden, maar kan met het huidige aantal ambtenaren de woningbouwproductie zelfs versneld worden. En met name daar is de komende jaren een sterke behoefte aan. Door anders te gaan werken kunnen we met elkaar veel meer bereiken is mijn overtuiging. Onderstaand leg ik uit hoe, waarbij het gedachtegoed van de Omgevingswet als een waardevolle katalysator gebruikt kan worden.

Wacht niet op de Omgevingswet

‘Wat goed is komt snel’ gaat vaak op in de sport, maar geldt helaas niet voor de invoering van complexe wetgeving zoals de Omgevingswet. Dat de Omgevingswet goed is staat wat mij betreft buiten kijf. Maar we moeten nog zeker tot 1 januari 2021 wachten voordat de wet in werking treedt. Bovendien is sprake van een gefaseerde transitie van het omgevingsrecht waarvan de einddatum in 2029 ligt. De vraag is dus wat we doen in de tussentijd, en met name de komende drie jaar tot 2021.

Wat is er dan zo goed aan het gedachtegoed van de Omgevingswet waar we nu al van kunnen profiteren? Zonder hierin uitputtend te willen zijn noem ik hieronder een aantal elementen. De Omgevingswet:

  • gaat uit van een integrale benadering van projecten en gebieden. Meer samenhang dus in plaats van het sturen op en beschermen van (soms conflicterende) deelbelangen;
  • introduceert eenvoudigere en efficiëntere procedures en legt daarmee dus ook meer nadruk op voortgang en tempo (kortere doorlooptijden, lagere kosten);
  • verwacht van bestuurders en ambtenaren een positieve grondhouding ten opzichte van nieuwe initiatieven van burgers en bedrijven (volgens het principe ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’). Waarbij ze deze initiatieven voortvarend en adequaat uitvoeren samen met de burgers en bedrijven;
  • neemt vertrouwen en ruimte geven als basis. De transparante en flexibele opzet van de wet geeft ruimte voor maatwerk in specifieke situaties, maar doet tegelijkertijd een beroep op de (individuele) verantwoordelijkheid van ambtenaren, bestuurders, burgers en bedrijven;
  • stimuleert gemeenten te werken vanuit een overall ruimtelijke visie. Na de crisisperiode beschikken weinig Nederlandse gemeenten meer over een actueel stedelijk masterplan. Een dergelijke stedelijke visie geeft alle betrokkenen de richting, de kaders en het vertrouwen om in lijn daarmee gebieden en projecten te ontwikkelen en realiseren.

Kijkend naar de uitdagingen in de bouwsector van vandaag de dag, klinkt het bovenstaande mij als muziek in de oren. En gelukkig experimenteren al diverse gemeenten met het gedachtegoed van de Omgevingswet. Mijn oproep is echter om dit de komende jaren op veel grotere schaal te gaan doen. Met andere woorden: doe alsof het vandaag al 2021 is en ga experimenterend aan de slag.

Een andere werkwijze, cultuur en gedrag

Hoe kunt u binnen uw gemeente de daad bij het woord voegen? Ik noem een aantal kansen die, als de wil er is, snel en zonder grote structuurveranderingen kunnen worden ingevoerd.

Ik pleit voor werken met kleine en slagvaardige teams met een integrale verantwoordelijkheid (volgens het principe van een task force). Nu is het vaak zo dat bij één project soms wel vijftien tot twintig verschillende vakdeskundigen betrokken zijn. Ze behartigen allemaal een individueel deelaspect en hebben lang niet allemaal oog voor het grotere geheel. Bekend is dat de optelsom van alle individuele beleidswensen meestal geen haalbare projecten oplevert. Deelbelangen conflicteren soms met elkaar en vragen, juist dan, om verstandige (politiek-bestuurlijke) afwegingen en keuzes. Echter, niet alleen het huidige omgevingsrecht is gericht op het beschermen van deelbelangen, soms lijkt de gemeentelijke organisatie dat ook geworden. Dit uit zich onder meer in het feit dat prioriteren tussen beleidsaspecten regelmatig als lastig wordt ervaren door ambtenaren. Met discussies die zwart-wit gevoerd worden, het ingraven in standpunten en soms zelfs conflicten tussen vakafdelingen tot gevolg. Kortom, te vaak ontbreekt het aan een integrale afweging terwijl van de nieuwe ambtenaar toch een hoog meedenkgehalte wordt verwacht bij het adviseren over politiek-bestuurlijke keuzes. Kleine teams met een integrale verantwoordelijkheid (ook voor het halen van deadlines en planningen) kunnen dit doorbreken. Dit vraagt van leidinggevenden om het geven van vertrouwen en van de ambtenaren om het nemen van de regie en het tonen van lef. Wanneer dat gebeurt ontstaat eigenaarschap in publieke dienst en wordt de besluitvorming overtuigender en efficiënter voorbereid.

Van belang is dat de kleine en slagvaardige gemeentelijke teams beschikken over de juiste kennis en vaardigheden. Maar ook, in de geest van de Omgevingswet, de energie en ideeën vanuit bewoners en ondernemers benutten. Het succesvol realiseren van vastgoed- en gebiedsontwikkelingsprojecten gaat immers steeds meer om het verbinden van verschillende belangen. Alleen met actuele kennis over alle kanten van het speelveld lukt het om investerende marktpartijen, bewoners en bedrijven, ambtenaren én de politiek daadwerkelijk op één lijn te krijgen. Gemeenten, schroom dus niet om ook de juiste marktkennis in te schakelen. Vanuit adviesbureaus die werken aan meerdere kanten van de tafel, en/of vanuit initiatieven zoals het Expertteam Versnellen of een ‘vliegende brigade van deskundigen’ waar in de Metropoolregio Amsterdam mee wordt gewerkt (zie ook het eerder genoemde Cobouw-artikel).

Naast kennis zijn ook houding, gedrag en vaardigheden van belang. Om leiding te geven aan de noodzakelijke transitie zijn namelijk vooral ‘doeners’ nodig. Gedreven ambtenaren die het gedrag voorleven en anderen daarin meenemen en inspireren. Ik ken gelukkig persoonlijk een aantal goede voorbeelden daarvan, maar er zijn er meer nodig. Faciliteren is immers een werkwoord. Het gaat onder meer om het signaleren en verzilveren van kansen, om het inventariseren en managen van risico’s en om sturen op voortgang en versnellen waar dat kan. Soms is het daarvoor nodig om door de gemeentelijke bureaucratie heen te breken om vooruit te komen. Dit vraagt om lef en om het overtuigen van collega’s en bestuurders waar het gaat om de integrale afweging tussen belangen.

Call to action

Dus gemeenten, denk groot maar start vooral klein. Kom in ieder geval in actie en houdt het in eerste instantie simpel. Geen grote organisatieveranderingen, maar gewoon voortvarend en pragmatisch aan de slag met kleine slagvaardige teams die werken vanuit een heldere en gedragen visie en ambitie, die verantwoordelijkheid krijgen en nemen, die sturen op voortgang en die het lef hebben om op basis van integrale afwegingen en keuzes besluitvorming te organiseren.

Er zijn ongetwijfeld gemeenten en individuele ambtenaren die zich in de bovenstaande werkwijze herkennen en (deels) al op deze manier werken. Laat hen dan in 2018 de inspirerende voorbeelden zijn voor vele anderen. Want ik ben ervan overtuigd dat er op dit gebied nog een wereld te winnen is binnen gemeentelijke organisaties en dat dit enorm kan bijdragen aan het versnellen van de woningbouwproductie.

Ook zelf zet ik mij hier de komende jaren graag voor in. Dus heeft u behoefte aan inspiratie, marktkennis of overweegt u uw eigen vliegende brigade van deskundigen, dan meld ik mij daar graag voor aan. Laten we echt doorpakken in 2018; we kunnen in de ruimtelijke ontwikkeling van ons land samen nog zoveel beter dan nu. Juist omdat veranderen niet vanzelf gaat en tijd kost, kunnen we er niet vroeg genoeg mee beginnen.

Maarten Kievits is Director Consultancy bij Fakton