Energy

Energietransitie meets Energiecrisis – houden we ons hoofd koel?

  • Roy Hendriks
    Associate Partner | 9 augustus 2022

Energietransitie meets Energiecrisis – houden we ons hoofd koel?

Wat kan er veel veranderen in een jaar. Een jaar geleden – zomer 2021 – ging onze collectieve aandacht vooral uit naar de coronacrisis. De wereld waar ik werkzaam in ben, de Energietransitie, leek redelijk overzichtelijk. De SDE++ regeling werd weer eens overvraagd door zonprojecten, Transitievisies Warmte werden opgesteld, de derde ronde PAW-subsidie werd aangevraagd door gemeenten en netbeheerders reflecteerden kritisch op de Regionale Energie Strategieën – samengevat in de woorden netcongestie en systeemintegratie. Er moest dekking gevonden worden voor de onrendabele top van warmtenet-businesscases en iedereen anticipeerde al op de introductie van de nieuwe Wet Collectieve Warmte – of ageerde tegen enkele onderdelen ervan. Intussen begon de gasprijs te stijgen…

Terug naar vandaag. De oorlog in Oekraïne en de machtspolitiek die hierop volgde, heeft de gasprijs naar ongekende hoogtes gestuwd. Op nationaal en Europees niveau treffen regeringen crisismaatregelen om te voorkomen dat we letterlijk in de kou komen te staan en, tot op zekere hoogte dat huishoudens in de financiële problemen komen. Financieel vermogende Nederlanders steken hun corona-spaarpotten juist massaal in warmtepompen en zonnepanelen, waardoor de wachttijd in sommige gevallen is opgelopen tot meer dan een jaar. Het elektriciteitsnet zit vol en wordt door al die extra warmtepompen, zonnepanelen en laadpalen overal in Nederland steeds voller. In grote delen van het land sluiten netbeheerders daarom voorlopig geen nieuwe zonneparken en grootschalige afnemers aan. Door de extreme schokken in de wereldhandel zijn materiaalprijzen anno 2022 gigantisch toegenomen. De inflatie in energie-en materiaalprijzen valt samen met een structureel personeelstekort in de bouw en alle technische beroepen die de Energietransitie uitvoeren. Als klap op de vuurpijl stijgen de rentes – in een poging om de economie af te remmen en inflatie te beteugelen, met als bijkomend effect dat businesscases in de energie- en vastgoedsector verder ontwrichten. Lage rentes, stabiele prijsniveaus – het is verleden tijd. De Energietransitie stond op het punt om te versnellen. Hoe houden we het momentum vast nu de sector geconfronteerd wordt met deze ‘perfect storm’?

Laat ik eerst enkele concrete voorbeelden geven van vragen en dilemma’s die nu in mijn dagelijks werk voorbij komen. Als senior consultant bij Fakton Energy werk ik voor overheden zoals gemeenten, provincies en het Rijk. Voor vastgoedpartijen waaronder woningcorporaties, ontwikkelaars, beleggers. Maar ook voor energiepartijen, ofwel de netbeheerders, warmtebedrijven en ESCO’s.  Dat geeft ons een genuanceerd beeld over wat zich precies afspeelt bij al deze partijen in de energiewaardeketen. Een kleine selectie:

Gemeenten rollen van crisismodus naar crisismodus, eerst corona en nu asielopvang en energiearmoede. Door gemeentelijke verkiezingen en coalitievorming werd effectieve politieke besluitvorming gedurende een groot deel van het jaar stilgelegd. Daardoor is in 2022 is vooral ambtelijk progressie geboekt in projecten waar in 2021 al besluiten voor zijn genomen, met name binnen gemeenten die hun personele bezetting op orde hebben.

Wat is de impact van veranderende energiemarkt op de haalbaarheid van projecten? Een belangrijke vraag die ons regelmatig gesteld wordt.  De verwachtingen zijn hoopvol. Gas is duurder geworden, dus een duurzaam alternatief lijkt interessanter. De realiteit is weerbarstiger.

Inkomsten voor projecten met een SDE++ beschikking blijven gelijk, terwijl investeringen en exploitatielasten stijgen. Dit komt doordat de subsidiebijdrage daalt wanneer marktprijzen stijgen. Om nog maar niet te spreken van beschikbare netcapaciteit.

Warmte lijkt daarentegen eindelijk goedkoper te worden dan gas. Maar, door gestegen materiaalprijzen en elektriciteitskosten zijn ook warmtenetprojecten een stuk duurder geworden dan een jaar geleden. Zo stond betaalbaar een jaar geleden synoniem voor niet duurder dan aardgas. Nu betekent het teruggaan naar het prijsniveau van 2021. Dit als uitgangspunt hanteren is een nobel streven, maar ik denk dat we dat uit ons hoofd moeten zetten als we projecten ook haalbaar willen maken.

In de Transitievisies Warmte kozen gemeenten eind 2021 bijna uitsluitend voor wijken met een hoog percentage woningcorporatiebezit om te starten met de transitie naar aardgasvrij. Dit zou de transitie moeten versnellen, omdat je in één keer meer vastgoed ‘aan boord’ hebt én je helpt mensen in de sociale huursector eerder aan een alternatief voor aardgas, waarmee je energiearmoede tegengaat. Twee vliegen in één klap!

Te vaak wordt hierbij voorbijgegaan aan de bredere opgave van woningcorporaties, namelijk het vernieuwen en uitbreiden van bijna de hele vastgoedvoorraad, door renovatie, sloop en nieuwbouw.

De investeringsopgave is gigantisch en een euro kan maar één keer uitgegeven worden. De vraag voor corporaties is niet of zij in buurt A of B woningen aardgasvrij maken. De afweging is of bij renovatie van wijk A het aantrekkelijk is om de portfolio direct aardgasvrij te maken of dat het beter is om in buurt C een groter aantal nieuwbouwwoningen ontwikkelen. Waar voorzichtig meer investeringsruimte begon te ontstaan, zien corporaties zich nu geconfronteerd met forse prijsstijgingen. Dit maakt het prioriteren binnen en tussen deze opgaven extra belangrijk om zo effectief mogelijk te investeren.

Een weinig constructief sentiment is dat de energiebedrijven als grote boeman worden gezien. Ze maken zogenaamd exorbitante winsten die worden afgeroomd naar buitenlandse aandeelhouders, over de rug van hardwerkende Nederlanders. Dit beeld herken ik niet.

Hier helpt het om onderscheid te maken tussen, al dan niet duurzame energieproducenten, netbeheerders en leveranciers. En ook tussen gas, elektriciteit en warmte. De ene energie-businesscase is de andere niet.

Een nieuw warmtenet tot stand brengen in de bestaande gebouwde omgeving brengt veel risico’s met zich mee. Een businesscase ligt meestal voor 30 jaar vast. Ook heb je te maken met een vollooprisico en niemand garandeert dat je voornaamste bron over 10 jaar nog wel warmte levert. In de uitvoering kent iedere straat weer een andere uitdaging en blijkt iedere woning achter de voordeur uniek. Er is vrijwel altijd sprake van een onrendabele top, wat een businesscase inherent minder aantrekkelijk maakt voor een privaat warmtebedrijf.

Tot slot hangen de uitspraken van minister Jetten als een zwaard van Damocles boven ieder lopend warmteproject. Waarom miljoenen investeren in nieuwe assets als deze straks publiek moeten worden? Zo bezien staat het incalculeren van een beperkt maar reëel projectrendement simpelweg in verhouding tot het genomen risico.

Kortom, aan uitdaging geen gebrek. Wat maakt dat ik ondanks deze beren op de weg optimistisch ben over de progressie die we de komende jaren gaan boeken, is de wilskracht die ik zie bij iedereen die werkt aan de Energietransitie om er een succes van te maken.

Zoals hierboven uiteengezet hebben alle partijen in de keten hun eigen uitdagingen en hun eigen belangen, maar iedereen wil uiteindelijk hetzelfde. Dit maakt dat wethouders en gemeenteraden hun nek durven uitsteken, woningcorporaties miljoenen vrij maken en directies van energiebedrijven positieve investeringsbeslissingen nemen. De huidige Energiecrisis zorgt niet voor verlamming, integendeel. CO2-reductie en solidariteit met Groningen waren de prikkels om in beweging te komen. Pijn in de portemonnee en oorlog in Europa stuwen ons voorbij the point of no return. De risico’s van niets doen zijn inmiddels groter dan de risico’s van moeilijke keuzes maken. Ook als de keuze geld kost.

Het is mooi om bij te mogen dragen aan deze kentering. Dit doe ik door het vraagstuk concreet te maken, belangen te verbinden en te sturen op besluitvorming. Als je meer wilt weten kun je me benaderen op r.hendriks@fakton.com

En als we toch bezig zijn, houden we dan ook meteen rekening met koeling?